Wie zijn wij? Wat willen wij? Om dit uit te drukken gebruiken wij woorden, maar soms schiet onze taal te kort. Ik houd van het spelen met woorden en merk dat sommige ervaringen zich moeilijk laten vertalen. Daarom gaat mijn blog deze keer over een boek Nachttrein naar Lissabon geschreven door Pascal Mercier. Het is een filosofische roman en gaat over een zoektocht naar het leven. Het is een boek in een boek en ik heb genoten van de manier waarop de schrijver stil staat bij de vraag wat taal kan en niet kan.

De betekenis van woorden

Na een ontmoeting met een vrouw tijdens zijn wandeling naar school, besluit Raimund Gregorius weg te lopen uit zijn geordende leven. Hij loopt midden in de les weg uit de klas en pakt in een boekenwinkel bij toeval een boek met de titel ‘Een goudsmid van woorden’. De boekhandelaar leest Gregorius een stukje voor en de woorden hebben een verdovend effect op hem. Het is alsof de tekst speciaal voor hem is geschreven:

“Als het zo is dat wij slechts een klein deel kunnen leven van wat er in ons zit – wat gebeurt er dan met de rest?” (p. 24)

De Portugese schrijver is Amadeu Prado, een arts, maar ook een filosoof die zijn eigen leven onderzoekt en zich verdiept in woorden en hun betekenis. Prado vraagt zich af hoe zuiver een woord iets kan uitdrukken. Gregorius is een taalkundige en herkent zichzelf in het verhaal van Prado.

Een enkel leven

Gregorius besluit naar Lissabon te gaan om Prado te leren kennen. Voordat hij vertrekt, schrijft hij een brief aan de rector waarin hij probeert uit te drukken waarom hij gaat:

“Ik voel dat ik nog iets anders wil maken van mijn leven …. Het duldt geen uitstel, geen enkel. Mijn tijd verstrijkt namelijk…” (p. 27)

Langzamerhand leert Gregorius de overleden Prado kennen door zijn aantekeningen te lezen en door familieleden en vrienden van hem te spreken. Vervolgens overdenkt Gregorius zijn eigen leven.

Een reis door ruimte en tijd

De trein en het reizen staan symbool voor ons leven. Wij kunnen niet uitstappen en de richting van de spoorbaan niet veranderen. Wij ontmoeten mensen in onze trein, maar wij weten niet wat er buiten gebeurt. Gregorius reist langs plekken waar Prado is geweest en tijdens zijn reis herinnert hij plekken waar hij geweest is en wat hij beleefd heeft. Volgens Prado strekken mensen zich uit in tijd en ruimte: onze herinneringen zijn tijdloos, wij kunnen deze herbeleven, dus onze gevoelens kennen geen tijd. Ook strekken wij ons uit in de ruimte want wij laten iets achter op de plekken waar wij geweest zijn: door onze ervaringen en ontmoetingen met mensen gebeuren dingen. De reis staat symbool voor een reis naar onszelf en dat is in feite wat Gregorius doet.

Stilte

Het boek is uit, mijn gedachten gaan door: kunnen wij een ander werkelijk kennen? Of onszelf kennen? Wat kan taal en wat niet? Goed leesvoer voor een mooie kerst.

Elke spin weeft zijn eigen patroon. Spinnenwebben zijn net verhalen: helder, doorzichtig en sterk in samenhang. Mijn motto is ‘Druppels vangen aandacht’: een beeld van een spinnenweb, waarbij het om de juiste woorden gaat die betekenis hebben en het verhaal vertellen.