In De ondergrondse spoorweg (Colson Whitehead, 1969), ontmoeten we Cora, een 11-jarige slavin omstreeks 1850 op een katoenplantage in Georgia. De ondergrondse spoorweg is een metafoor voor verdwenen slaven. Wanneer een slaaf ontsnapte en onvindbaar was, gebruikte de slavenhouder de uitdrukking “het lijkt alsof er een ondergrondse spoorweg is”. Whitehead , een New Yorkse romanschrijver, heeft dit beeld letterlijk uitgewerkt in zijn boek dat ik niet weg kon leggen vanwege zijn fantasierijke verhaal, de boeiende schrijfstijl, de vele uitspraken die bleven hangen en de kleurrijke gebeurtenissen. Ook een waarschuwing vooraf: ik ben lid van een leesgroep en een aantal deelnemers heeft het boek niet uitgelezen, omdat zij last hadden van de gruwelijke beelden die aan bod kwamen. Waarom ik het boek zo speciaal vond en anderen zou aanraden, daarover gaat mijn blog.

Kleurrijk verhaal

Het verhaal is een satire over verschillende maatschappelijke misstanden, het is een alternatieve geschiedenis van de slavernij in Amerika verteld door Cora. Het verhaal begint met de geschiedenis van Cora’s grootmoeder, Ajarry, die beestachtig behandeld wordt, verscheept vanuit Ouidah (Afrika), verkocht en doorverkocht als vee, stijgend en dalend in waarde. Ajarry overlijdt tijdens het werk op de katoenvelden en haar dochter Mabel is de enige overlevende van haar vijf kinderen. Mabel vlucht weg van de plantage wanneer Cora 11 jaar is, maar laat haar dochter achter in de hel waar de sterken heersen over de zwakken. Reden voor Cora om haar moeder te haten, want welke moeder laat haar dochter in de steek?

Het is een spannend verhaal over de ontsnapping van Cora via de ondergrondse spoorweg. Zij reist vanuit Georgia via South Carolina, North Carolina, Tennessee en Indiana, naar het Noorden van Amerika. Verspreid door het boek zijn plakkaten opgenomen over weggelopen slaven uit het digitale archief van de universiteit van North Carolina. Het boek verwijst verschillende keren naar waargebeurde geschiedenissen.

Alle mensen zijn gelijk geschapen

Terugkerend thema in het boek is de onafhankelijkheidsverklaring van Amerika; de eerste zin van deze verklaring die is opgesteld in 1776, geeft aan dat alle mensen gelijk geschapen zijn. Wat Whitehead op verschillende manieren duidelijk maakt, is dat er geen sprake is van gelijke rechten, zeker niet voor zwarte mensen.

  • “De blanke mannen die de verklaring hadden opgesteld begrepen hem blijkbaar zelf ook niet, als ‘alle mensen’ niet werkelijk alle mensen betekende ” (p. 137-138).

In het begin van het boek zegt een slaaf deze verklaring op, maar het klinkt niet echt; de slaaf heeft een kunstje geleerd en begrijpt niet wat hij zegt, maar herhaalt woorden als een papegaai. Later in het verhaal wordt de onafhankelijkheidsverklaring door vrije jonge zwarte mensen uitgesproken en voor het eerst klinken de woorden voor Cora als muziek, fris en volwassen. Deze mensen hebben leren lezen en schrijven in vrijheid en dat maakt een groot verschil.

In South Carolina krijgt Cora wat meer vrijheid: ze krijgt werk, huisvesting en scholing. Toch is zij niet vrij, maar eigendom van de overheid. Zij werkt onder meer in een museum om de geschiedenis van Amerika uit te beelden. Cora noemt het een museum voor opzienbarende verschrikkingen. Cora is acteur om verschillende scenes uit te beelden: donker Afrika, leven op een slavenschip en een doorsnee dag op de plantage. De enige blanke figuur in deze scenes is een zeeman op het schip en deze wordt uitgebeeld door een wassen beeld. Op de vraag van Cora waarom zij voor de doorsnee dag op de plantage achter een spinnenwiel moet zitten, terwijl de werkelijkheid anders is, krijgt zij als antwoord dat het museum te weinig ruimte en budget heeft om het anders uit te beelden.

Wanneer de slavenjager Ridgeway Cora opspoort, vlucht zij verder via de ondergrondse spoorweg en komt in North Carolina, een staat die bezig is om nikkers af te schaffen: hier

  • “bestaat het zwarte ras niet, behalve bungelend aan een touw” (p. 179).

Alhoewel Cora nu noordelijker woont, is haar leven beperkter dan in South Carolina. Ze leeft op zolder, tussen de dakpannen en kan van daaruit het vrijdag spektakel in het park observeren; daar worden niet alleen zwarte mensen opgehangen, maar ook blanke mensen die zwarte mensen een onderduikadres aanbieden. Het verhaalt gaat over de abolitionisten en over de vele Ieren en Duitsers die naar Amerika kwamen om een beter leven te krijgen. Wanneer Cora ziek wordt, gaat het mis en worden de mensen die haar op zolder verborgen opgepakt en gelyncht. Cora moet mee met Ridgeway, de slavenjager.

Is de mens goed of slecht?

De held en hoofdpersoon van het boek is Cora, maar de andere hoofdfiguur en antiheld is Ridgeway, de slavenjager, die van begin tot eind in het verhaal terugkomt. Hij is de zoon van de smid, een groot vakman die het als zijn heilige taak ziet om metaal om te zetten in nuttige dingen zoals ploegscharen, messen, geweren en ketenen. Ridgeway wil ook een groot man zijn, maar kan het talent van zijn vader niet overtreffen, daarom gaat hij bij de patrouille om weggelopen slaven op te sporen. Ridgeway vindt zijn talent in het zorgen dat bezit ook bezit blijft en dat is symbolisch. Eigenlijk begint alle ellende met de vraag over het bezit: van wie is de zwarte mens? Ridgeway maakt de cirkel van het bezit rond: de vader maakt werktuigen, de zoon vindt ze terug. Het is wel cynisch om ploegscharen en ketenen in een zin als nuttig te beschouwen, maar het past bij de slavernij. Ridgeway wordt groot in zijn vak als slavenjager en reist heel Amerika door om slaven op te sporen en terug te brengen.
In North Carolina wordt Cora door Ridgeway opgepakt en wanneer zij bevrijd wordt door een vrije zwarte, geeft hij haar de kans om Ridgeway dood te maken. Dat wil Cora niet. Ze heeft al zoveel doden op haar geweten. Het roept de vraag op naar de aard van de mens. Het verhaal gaat immers niet alleen over wreedheid van blanke mensen, maar ook over wrede zwarten. En natuurlijk zijn er ook goede blanke mensen, zoals de stationschefs die zwarten helpen om te vluchten. Goede en slechte mensen komt Cora in elke staat tegen. Stationschef Lumbly schetst Cora wat zij kan verwachten en hij geeft aan dat iedere staat eigen kansen, zeden en gebruiken biedt. De reis met de ondergrondse spoorweg is volgens hem de manier om het land echt te zien: “Als je dit land echt wilt zien, moet je het spoor nemen … je zult het ware gezicht van Amerika zien” (p. 85). Het is tekenend dat je niets kunt zien omdat het een ondergrondse spoorweg is, alles is pikzwart.

Vrijheid

Cora ervaart dat elke staat haar eigen racisme heeft en een eigen opvatting over vrijheid. Op de plantage had zij een stukje grond dat van haar grootmoeder geweest was en waar zij zittend op een houtblok haar eigen baas was. In South Carolina krijgt Cora een ander soort vrijheid, deze wordt bepaald door de blanken: zij is eigendom van de overheid en heeft zich te schikken naar de regels voor werk, huisvesting en zorg. In North Carolina zijn alleen blanke mensen in beeld; het gaat in deze staat om het uitroeien van zwarte mensen. Pas in Indiana krijgt Cora een eigen kamer in een huis en ruimte om zelf te kiezen welk werk ze wil doen. Hier telt haar stem mee in het gesprek over de toekomst van de zwarte mens. Cora ervaart dat er vele littekens zijn, niet alleen van buiten maar ook van binnen. En het zijn nu de zwarte mensen die haar droom doen eindigen in een bloedbad. De oplossing van al het geweld zit uiteindelijk in de mens zelf. Of zoals Mabel zegt:

  • “de wereld mag dan gemeen zijn, de mensen hoeven dat niet te zijn, ze kunnen ook weigeren het te worden” (p. 335).

Herkenbare problemen en vragen

Het is een alternatief verhaal over de slavernij in Amerika, dat in de 19e eeuw vocht voor vrijheid. Vele thema’s uit dit boek zijn herkenbaar in onze samenleving. Denk aan uitspraken over vluchtelingen of aan de angst over te veel vluchtelingen. Denk aan de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en aan de oorlog die heerst op aarde en aan de overgebleven slavernij. Ik denk ook aan Amerika waar mensen gemakkelijk een wapen kunnen kopen en waar schietpartijen plaatsvinden en vele mensen onnodig sterven.

Ik hoop van harte dat veel mensen zullen weigeren slecht te worden. Een mens, zwart of blank, is nimmer iemands eigendom. Laten we daarmee beginnen.