In mijn vorige blog kon je kennismaken met Nietzsche en De genealogie van de moraal (1887) dat gaat over goed en kwaad, over schuld en geweten en over ascetische idealen. Deze morele thema’s stonden in de 19e eeuw niet ter discussie. Nietzsche heeft kritiek op al deze vanzelfsprekendheden en verpakt zijn kritiek in beeldende taal. Dit blog gaat over de schrijfstijl van Friedrich Nietzsche (1844-1900).Mijn blog is wat langer dan gewoonlijk vanwege een aantal voorbeelden. Om te beginnen wil ik echter een kanttekening plaatsen bij zijn werk.
De strijd tussen goed en kwaad
Volgens Nietzsche dient de heersende christelijke moraal de belangen van een bepaald type mens, de zwakkere. Met zijn Genealogie wil hij laten zien dat de moraal voortkomt uit een machtsstrijd, een strijd tussen goed en kwaad. Zijn werk is door nazi ideologen gebruikt en dat vind ik afschuwelijk. Zijn kritiek op de christelijke moraal gaat gepaard met opvattingen waar ik het niet mee eens ben, maar zijn zoektocht naar een nieuwe moraal kan ik wel waarderen. Vanuit die gedachte heb ik zijn boek gelezen en genoten van zijn manier van schrijven.
Horen, ruiken en voelen
‘We zijn onbekenden voor onszelf, wij mensen van de kennis, we kennen onszelf niet.’ (Nietzsche 2014/1887, p.7)
Met deze woorden begint Friedrich Nietzsche in 1887 de Genealogie. Deze uitspraak roept vragen op: hoezo kennen wij onszelf niet, wat bedoelt hij daarmee? Hij trekt mij het verhaal in, ik wil verder lezen. Nietzsche is wetenschapper en doelt met ‘wij mensen van de kennis’ op zichzelf en alle andere wetenschappers. Wanneer hij zegt dat wij onszelf niet kennen, neemt hij het beeld van een klok die twaalf keer heeft geslagen. Wij schrikken wakker en tellen achteraf alle ‘twaalf bevende klokslagen van onze ervaring, ons leven, … en tellen daarbij fout.’ Nietzsche maakt gebruik van alle zintuigen en wakkert hiermee onze verbeelding aan. Hij schrijft over de stank van achterbaksheid en de zweetlucht van angst. Hij wil het grote gevaar van de moraal onthullen en om te benadrukken hoe gevaarlijk die moraal is, omschrijft hij de moraal als een symptoom van ‘een gevaar, een vergif, een narcoticum’.
Lezen als een koe
Nietzsche wisselt zijn stijl af: op verschillende plekken gaat hij in gesprek met de lezer en vraagt de lezer om na te denken:
‘Wil iemand eens even een blik naar omlaag werpen …. Spreek op nu!… Vertel wat u ziet, …’. (Nietzsche 2014/1887, p.39)
‘Begrijpt men mij? … Heeft men mij begrepen? …’ (Nietzsche 2014/1887, p.39)
‘- en ik eis dat men juist hier diept tast, diep begrijpt …’ (Nietzsche 2014/1887, p.121)
Hij heeft humor: wanneer je zijn teksten niet begrijpt, ligt dat aan jou en niet aan hem als schrijver. In zijn voorwoord benadrukt hij namelijk dat hij goed schrijft en dat je zijn werk alleen kunt begrijpen, wanneer je al zijn publicaties leest. Een prima verkooptechniek! Bovendien vraagt lezen aandacht volgens Nietzsche, het is ‘een kunst’. Je moet lezen en herlezen om alles uit zijn teksten te halen. Daarom moet je lezen als een koe, je moet als het ware zijn teksten herkauwen. Hij haalt de moderne mens met al zijn culturele bagage van zijn voetstuk af.
Smakelijk lamsvlees
Een beroemd beeld in zijn boek is het gesprek tussen de lammetjes en de roofvogels. Waarom nemen we het roofvogels kwalijk dat zij lammetjes wegkapen? Misschien zeggen de roofvogels wel:
‘wij zijn helemaal niet boos op ze, op die goede lammetjes, we houden zelfs van ze: er is niets zo smakelijk als een zacht lam.’ (Nietzsche 2014/1887, p. 37)
Zwak zijn of sterk zijn is geen keuze, maar een aanleg volgens Nietzsche. Het is een speling van de natuur, waar je niet verantwoordelijk voor bent. Hij baseert zijn wetenschappelijke opvatting op Darwins evolutietheorie. Op meerdere plekken in zijn werk noemt hij de mens een dier.
Wetenschap: een feest van beelden
Nietzsche onderzoekt de geschiedenis van de moraal en stelt daarom allerlei vragen. Bijvoorbeeld vragen over de oorsprong van het geweten: zo geloven mensen in straf omdat het een gevoel van schuld zou opwekken. De oorspronkelijke betekenis van schuld was echter ‘verschuldigd zijn’. Deze juridische betekenis heeft in de loop der tijd een morele lading gekregen door de praktijk van het straffen. Het idee ontstond dat schade vertaald kon worden naar een strafmaat en zo is de Romeinse wetgeving van de twaalf tafelen ontstaan. Wanneer iemand jou iets schuldig was en het niet terugbetaalde, had jij recht op compensatie. Wanneer de schuldige geen geld of goederen bezat, betekende dit een straf in natura, dus het afhakken van een vinger, hand of arm, afhankelijk van de grootte van de schuld. Nietzsches betoog is geen droge wetenschappelijke kost, maar beeldend. Hij gebruikt beelden als ‘het uitsnijden van vlees uit de borst’, ‘het koken van de misdadiger in olie’ en ‘het door paarden laten verscheuren van misdadigers’. De schuldeiser ruilde zijn schuld hiermee in voor een ‘buitengewoon tegengenot’ volgens Nietzsche: ‘een waar feest’. Deze wreedheid van toen doet de lezer van nu huiveren.
Het verhaal rondmaken
Het eerste, tweede en derde essay vormen samen een geheel. Het eerste essay gaat in op de begrippen goed en kwaad. Het lijden is in de wereld gekomen, omdat de zwakkeren zich bedreigd voelen. Zij hebben de begrippen omgedraaid vanuit hun instinct en hun wil tot macht. De moraal is het resultaat van die machtsstrijd. Het thema van het tweede essay is het schuldige geweten en in het derde essay geeft hij aan waarom ascetische idealen van belang zijn: deze geven zin aan het lijden van mensen. Zo vormen de drie essays een geheel. Hij sluit zijn werk af met de beroemde woorden:
‘om tot slot nog te zeggen wat ik in het begin al zei: de mens wil nog liever het niets willen, dan niet te willen…’. (Nietzsche 2014/1887, p.158)
Zo maakt hij zijn verhaal rond.
Meer weten?
De stijl van Nietzsche boeit mij en ik ben van plan nog meer van hem te lezen. Het beeld dat mij bijblijft, is de koe die teksten mag herkauwen. Hopelijk heb ik jullie een beetje kunnen laten delen in mijn enthousiasme. Mocht je meer willen weten over Nietzsche, je kunt mij vragen stellen over de Genealogie of je kunt zelf zijn boek lezen:
Friedrich Nietzsche, 2014. De Genealogie van de Moraal. Een strijdschrift. (Vertaling Thomas Graftdijk / Hans Driessen). Uitgeverij de Arbeiderspers, Utrecht, Amsterdam, Antwerpen. (Oorspronkelijk gepubliceerd in 1887).
Ik schrijf graag en wanneer je vragen op opmerkingen over mijn blog hebt, kun je mij altijd e-mailen.