Het pad loopt steil omhoog, het zand is rul en loopt zwaar. Naast de donkere dreigende wolken zijn ook lichte plekken in de lucht te zien. Bovenop de duin staan twee mensen, zij zien de zee in de verte, proeven de zoute lucht en horen de wind. Het schilderij ‘Zandweg in de duinen’ van Jacob van Ruisdael neemt mij mee de duinen in, ver weg van de eregalerij van het Rijksmuseum, ver weg van alle toeristen die zich vergapen rond het Melkmeisje van Vermeer of de Nachtwacht van Rembrandt.

Duinen, schilders en schrijvers

Het schilderij is als een verhaal: de maker wil de kijker meenemen in zijn beleving, om te ervaren wat hij voelt, ziet, proeft en ruikt.

Ik kom terug!

Dit zinnetje herhaalt zich in mijn hoofd, vanaf het moment dat ik besluit naar het Rijksmuseum te gaan. Ik heb een paar uur de tijd. Wanneer tram 5 op het museumplein stopt, zie ik de torens van het Rijksmuseum. Het gebouw is indrukwekkend: net een kathedraal met zijn torens, glas in lood ramen, beelden en ronde poorten. Wanneer ik in een museum ben, wil ik van alles zien en beleven en dat kost tijd. Ik volg het voetpad naast het fietspad en ga onder de poort door de tunnel in. Halverwege deze donkere weg is een draaideur en zie ik mensen naar binnen gaan. Ik loop achter hen aan en kom binnen in een enorme lichte hal. Het licht komt van boven, maar ik zie geen dak, maar een lijnenspel van witte lamellen. Eerst maar kaartjes kopen, gelukkig is er geen lange rij. Ik breng mijn tas naar de garderobe en ben in gedachten al bij alles wat ik de komende uren ga zien. Tijdens een kop koffie bestudeer ik de plattegrond, wat wil ik zien?

Het meisje in haar witte jurk

Ik besluit met de lift naar de 2e verdieping te gaan, naar de eregalerij en de Nachtwacht. Wanneer ik uit de lift stap, geniet ik al. De enorme hal, de wanden, de vloer, de gang, ik voel mij klein, tussen alle jaartallen en wandversieringen. Vanaf het Voorportaal loopt de eregalerij richting het hoofdkunstwerk: de Nachtwacht van Rembrandt. Het rijksmuseum trekt de bezoeker als het ware het gebouw in, net als van Ruisdael mij de duinen intrekt. Het duinlandschap in een zijkabinet laat mij niet meer los. Met de zee in de verte en het geruis van de wind in mijn oren, besluit ik weer richting uitgang te gaan. Ik kom terug, beloof ik het meisje in haar witte jurk van de Nachtwacht dat de gang inkijkt om te zien waar ik blijf. Ik kom terug, fluister ik wanneer ik buiten in de zon naar het hoge gebouw opkijk en de enorme rij wachtende mensen zie. Ik kom terug.

Schilderen en Schrijven: techniek en ambacht

Een verhaal is net een schilderij; het kan boeien en de lezer in een gedachte of situatie trekken. Dat komt niet zomaar; dat vraagt inleven in de materie en de lezer. Wat wil je overbrengen? Je maakt een schets, een ruwe opzet van het verhaal en zoekt de ingrediënten erbij. Dan komt het invullen, het schrijven, gewoon het opschrijven wat in je opkomt zonder al te kritisch te zijn. Tot slot het herschrijven schrappen, herlezen, opnieuw schrijven, zoeken naar de juiste woorden. Dat herschrijven is een zoektocht. Het is oefening en ervaring; het is voelen dat het af is, het is oefenen, schrijven, lezen, herschrijven, leren. Schilders en schrijvers: het Rijksmuseum geeft mij voer tot nadenken over techniek, ambacht en kunst.